De lente heeft zich gemeld! Dwars door de sneeuw en hagelbuien heen. De vogels kwetteren dit nieuws ook. Soms nog voorzichtig, vaak al overtuigend. De gele akonieten staan samen met de sneeuwklokjes onverschrokken in bloei. Ze sluiten even hun bloemblaadjes als de zon achter de donkere buien verdwijnt.
Het is precies de overgang van het ene naar het andere seizoen. Altijd even wennen. De drang naar de nieuwe groei is echt voelbaar. Niet tegen te houden. En het kan nog maar net. Het kan nog alle kanten op. En ook niet. De tijd van de diepe winterrust is toch wel echt voorbij en daarmee de balans opgemaakt.
Ineens ruik ik het, het nieuwe. Ook al is er diep in het bos nog maar weinig van te zien. Ik kan er ook nog niet zoveel mee, al wil ik wel vanalles. Meer zin om te bewegen. Naar buiten gaan. De tuin in!
Het blijft grotendeels nog bij plannen maken. Ideeën voor de tuin. Een schema voor de indeling van de groentetuin. Bijna alles op een ander plekje dan vorig jaar, zodat de grond gezond blijft.
Maar de eerste groentezaadjes zitten in de grond! In een potje binnen op de vensterbank weliswaar.
Wat ik zaaide? Palmkool (Nero di Toscana, Cavolo nero). Groeit als een palmboompje, vandaar. Je plukt er steeds de onderste bladeren van en dan groeit het alsmaar door. Overleeft zelfs vorst, dus in de winter heb je er ook nog plezier van.Lekker in soepen, roerbak, boerenkoolstampot. En de nieuwste ontdekking: op pizza (recept van Hugh Fearnley Whittingstall: Veg, het River Cottage boek met groenten in de hoofdrol”. Boek is een aanrader trouwens!) En palmkool is nog mooi om te zien ook, dus je kunt er ook gewoon hier en daar een tussen je bloemen zetten.
De beweging naar buiten (bijv. de overgang van winter naar lente) is voor veel mensen makkelijker dan die naar binnen (van zomer naar herfst en winter).
De manier waarop we leven is vaak ook veel meer naar buiten gericht met alle prikkels, uitnodigingen, verleidingen alles wat we kunnen doen of vinden dat we moeten doen.
Natuurlijke groei is een combinatie van twee bewegingen: aarde, meer naar binnen gerichte vrouwelijke kracht en hemel, een meer naar buiten georiënteerde mannelijke kracht. Samen creëren die twee krachten een dynamische en spiralende balans die zo herkenbaar is in de prachtige groeivorm van de zonnebloem, of een schelp. In die dynamische balans zit steeds dezelfde verhouding van de twee tegengestelde krachten. Dit heet ‘de gulden snede’.
En wat ik daar nu zo boeiend aan vind: de vrouwelijke/aarde beweging is groter dan de mannelijke/hemel, naar buiten gerichte. Dat is in onze maatschappij en ons eigen leven meestal heel anders. Dat biedt mogelijkheden voor verandering!
Bij optimale natuurlijke groei is er dus steeds ook die verbinding met ‘binnen’. Kun je terwijl je naar buiten gericht bent, je aanwezigheid ook diep verbonden houden met je kern? Zijn je zintuigen nog samen als één groot zintuig in je lichaam ook als er buiten vanalles te doen is? Kun je voluit bewegen en tegelijkertijd de stilte in je hart en brein bewaren?